Wat is het verschil tussen een ketonenmeting in bloed en een ketonenmeting in urine?
Ons antwoord:
De ketonenmeting in urine wordt uitgevoerd met een meetstrip die wordt ondergedompeld in een urinemonster of in de urinestroom wordt gehouden. Aan de hand van een kleurenschaal kan vervolgens de ketonenconcentratie worden geschat. In het dagelijks leven heeft deze methode het nadeel dat een urinemonster niet altijd voor handen is. Bovendien moeten de ketonen in het lichaam eerst van het bloed naar de urine verplaatsen. Het gevolg is dat een ketoacidose pas na ongeveer een uur in de urine detecteerbaar is. Ook kan het gebeuren dat men ketonen in de urine vindt, terwijl de ketoacidose alweer is afgenomen.
Bij de ketonenmeting in het bloed wordt de concentratie van het ketonlichaam β-hydroxybutyraat (afgekort β-keton) bepaald. Bij een diabetische ketoacidose kan de concentratie in het bloed van dit ketonlichaam wel tot tien keer hoger zijn dan die van andere ketonlichamen. Hierdoor is deze metabolische ontregeling al in een vroeg stadium detecteerbaar. Door ketonen in het bloed te meten kan een ketoacidose veel eerder worden opgemerkt dan wanneer een urinemeting wordt gedaan.